Houd vol
Houd vol
Houd volPaulus schrijft in 1 Timoteüs 6, vs 11 dat Timoteüs moet streven naar volharding en in vs 12 wordt hij opgeroepen om de goede strijd van het geloof te strijden om daarmee het eeuwige leven te winnen waartoe hij was geroepen. In Psalm 74 beschrijft Asaf een vreselijke situatie. Jeruzalem en de tempel waar God woont zijn vernietigd. Het is een totale vernietiging, in het hele land zijn de godshuizen verdwenen! Het hele Oude Testament vanaf het begin van Genesis en door de hele geschiedenis van Israël heen komen we deze strijd tegen. Ook in het Nieuwe Testament zien we voortdurend deze strijd. De strijd tussen God en satan gaat steeds maar door. Als kind van God ontkom je er niet aan maar word je er steeds mee geconfronteerd. In onze tijd worden veel kerkgebouwen overbodig en is de hele wereld een strijdtoneel van oorlogen en aanslagen. Ook in ons eigen leven hebben we hiermee te maken. Door het verlies van iemand die je dierbaar was, een ernstige ziekte, of je eenzaam en verlaten voelen. Of je zit niet lekker in je vel en het lijkt alsof de muren op je af komen. Dan kan het flink te keer gaan in je leven. We gaan alweer naar het eind van het jaar, de adventstijd breekt aan. Maar zelfs met de geboorte van onze heiland stierven er kinderen door de hand van Herodes. De Here Jezus moest met zijn ouders vluchten voor zijn leven. En dan komen we weer terug bij Asaf met psalm 74. Hij richt zich op God: God U hebt toch uw volk bevrijd uit Egypte en uw vijanden vernietigd? U bepaalt de dag en de nacht, zomer en winter. U hebt toch een eeuwig verbond gesloten met uw volk? In het bijbelboek Openbaring worden Gods kinderen opgeroepen te volharden tot het einde; "Houd vol, want straks zal de overwinning definitief zijn". Bid daarom mee: Kom Heer Jezus kom spoedig. Laten we zo ook de komende kerstdagen ons opnieuw bewust worden dat met de komst van Gods zoon naar deze wereld Gods reddingsplan in werking werd gezet. Daarom HOUD VOL!!! VERTROUW OP HEM!!! Met gezang 429 (Liedboek voor de kerken lied 73) zingen we het volgende: Wie maar de goede God laat zorgen en op Hem hoopt in 't bangst gevaar, is bij Hem veilig en geborgen, | ||
terug | ||